Nachtleven

De klok gaf een teken om pap te koken.
Bij de afgraving werd een houtvuur ontstoken.
Een blaffende hond werd toegesproken.
Een trein is over de spoorbrug gestoken.
Met ratelende rollen werden ramen geloken.
Sirenes loeiden zorgbarend als spoken.
En weer heeft vuurwerk de slaap onderbroken.
De ganse nacht hebben ganzen gesproken.
En ergens in het donker is liefde ontloken.