De deur staat nog open. Hij stopt en kijkt rond.
Aan een tafel heerst stilte, worden kaarten gelegd,
gepakt en geschud, verdeeld en terstond
begint het alweer tot het spel wordt beslecht.
Nog een tafel met kaarten waar wel wordt gepraat.
Het tempo ligt lager maar waar men op aast,
is niet winnen, maar meedoen, en dat is gebaat
bij gewoon op zijn tijd, geen enkele haast.
Rechts bij het raam wordt geverfd in het licht.
Op een bank twee dames achter in de zaal.
Zij neigen naar elkaar, met op ieders gezich
een glimlach verwekt door een innig verhaal.
Bij een naaimachine links een klein herstelproject,
maar de stoel is wel vrij, hij kan daar terecht.
De coupeuse komt binnen en lacht, zij ontdekt
dat haar plaats om te zomen door de man is belegd.
Ook hij kan wel lachen en stelt zich dan voor.
De voornaam is genoeg. Hij komt hier als kok
bij de mannen met pannen. Dat had ze wel door.
Straks maken ze plannen. Hij kijkt op de klok.
Er is komen en gaan, rumoer en gedruis,
een bar voor een bakkie, zo nodig met troost,
voor de één een verzetje, voor een ander een thuis,
door de een wordt gewerkt, door een ander verpoosd.
Wie kookt een gerecht voor het diverse maal?
En wie geeft er les in het kunstatelier?
Wie leert aan een ander de kneep van de taal?
Wie heeft een talent? Wie heeft een idee?
Bij ons in de vrijstad wordt dit heel gewoon,
een huis voor het leren, een tuin met een hek,
waar koffie steeds klaar staat en elke persoon
kan buurten vrijuit op een veilige plek.
Op leeftijd, nog jong, en daar tussenin,
lk mag er wel zijn op de eigen manier,
in de stroom van het leven, in zoeken naar zin.
Het moment is wel nu en de plek die is hier.
Na een bezoek aan Buurthuis Bolderburen (ElkWelzijn)
en aan de expositie in Het Huis van de Stad
van de Culemborgse Fotoclub Lek en Licht,
‘Mens en omgeving Culemborg Anno 2021,
Een archief voor mensen die nog niet zijn geboren’.