Een kerstgedicht bij de herinrichting
van het Vierheemskinderstraatje en
het kunstwerk ‘Goudklank’ van Bouke Groen.
Knoop van opa,
sieraad om moeders hals,
ring van trouw tot ooit,
goud bij wierook en mirre.
Niet alles wat blinkt is goud,
maar wat goud is koester ik,
niet omdat het goud is,
maar om wat het mij zegt.
Goud siert het lichaam,
bindt barsten van verlies,
tooit mijn levensloop,
bladgoud om herinneringen.
Niet omdat het goud is,
maar om wat goud mij zegt:
glans in doffe dagen,
tastbare glinstering.